Verbind jij jouw expertise graag aan unieke uitdagingen in de bouw, infra en vastgoed?

De sfeer is los en gemoedelijk. Relaties, partners en opdrachtgevers uit de bouw-, infra- en vastgoedsector komen bij elkaar. Mensen die elkaar lang niet hebben gezien – ‘waar kennen we elkaar ook alweer van?’ – kloppen elkaar op de schouder, en wisselen uit wat ze de voorbije jaren zoal hebben meegemaakt.

Na een vroege lunch met soep, wraps en broodjes, gaat iedereen uiteen. Drie groepen vertrekken met de fiets naar een locatie in de buurt, voor ateliers over schaarste, het tekort op de woningmarkt en prijsvorming van de toekomst. Een groep gaat met de watertaxi naar De Loft, voor een atelier over de vormgeving van de energietransitie.

De laatste groep blijft achter in de Maassilo. Daar is het atelier over toenemende verstedelijking. Bijna buiten adem komen we aan op de 7e verdieping van de Maassilo. De contrasten zijn mooi. Tussen de nette kleren en de ruige (voormalige) graansilo. Tussen de wicked problems waar we vandaag voor staan en de trappen die we moeten beklimmen om die te bespreken.

Wicked problems

Wat is het verschil tussen een Ferrari en een regenwoud? Als een Ferrari kapot is kan je er net zo lang aan sleutelen tot die weer rijdt. Bij een regenwoud kan dat niet. Als je bomen kapt en weer nieuwe plant, krijg je nooit dezelfde dynamiek terug.

Volgens facilitator Pieter van Dijk van Jonge Honden (van huis uit bioloog) zijn wicked problems net als een regenwoud. We kunnen het nooit helemaal begrijpen. En ook niet helemaal oplossen. Het maakt dat er een terugkerendheid in zit: steeds weer puzzelen, steeds weer bouwen. Waarbij je altijd de vraag moet stellen of je een symptoom aan het bestrijden bent, of het echte probleem.

Het is wezenlijk anders dan met een gestroomlijnd proces een probleem oplossen. Anders dan wat de bouwwereld gewend is waarschijnlijk. Hoe kom je dan toch verder?

We gaan dat proberen te doen met design thinking, een methodiek om tot nieuwe oplossingen voor complexe problemen te komen. Aan de hand van een concrete casus van architect Myrna Eussen.

Toenemende verstedelijking

Myrna vraagt zich af hoe we ondanks alle verstedelijking toch ruimte voor ontmoeting kunnen houden. Met een video legt ze haar casus aan ons voor.

De buurt terug in de stad

‘Ik merk dat levendigheid steeds meer verdwijnt en eenzaamheid toeneemt. Dit komt mede door hoe we gebouwen en steden ontwerpen. Mijn wens is om ruimtes te creëren waar mensen elkaar ontmoeten, een praatje op de galerij maken en zich veilig voelen in een maatschappij die in verbinding staat. Ik wil de buurt terug in de stad. Willen jullie mij helpen dit probleem op te lossen?’

Myrna krijgt een spervuur aan vragen op haar af. Is het wel een ruimtelijk vraagstuk? Wie kunnen hier iets mee? Pieter grijpt in. Laten we proberen om de vraag van Myrna echt te begrijpen. Wat speelt er, wie hebben daar last van, wat zijn oorzaken? Geen vragen waar al een mening of oplossing in verborgen zit. Dan begint er iets te ontstaan. Het resulteert uiteindelijk in een sociale oplossing, in plaats van een ruimtelijke. Zoals het concept van de buurtbouwers. Mensen die zich inzetten om torenbewoners te verbinden door bijvoorbeeld gezamenlijk zorg te dragen voor de (semi-)publieke ruimten.

Schaarste van grondstoffen, materialen en mensen

In de Floating Office gaat het over schaarste. Het is een prachtige locatie, midden in de Rijnhaven. Door het raam valt de ondergaande zon binnen en de Maas meandert om ons heen.

Binnen is iedereen de huidige situatie aan het verbeelden met vormen van hout, piepschuim en glas. Het levert wisselende reacties op. Waar de een zich beperkt voelt door deze vormtaal, is de ander blij om eindelijk op een andere manier van gedachten te wisselen. Janneke Colen (Quake): ‘Het werkt voor mij als een extern geheugen, dat dit zo op tafel ligt. Daardoor kunnen we steeds voortbouwen op wat we al hebben besproken.’

Wijzen we naar elkaar of lossen we het samen op?

Wat maakt dat mensen kiezen voor een technisch beroep? Waar zit de motivatie van de installateur? Hoe bewegen we de overheid? Wanneer gaat ASML een keer veranderen? Ook hier gaat het over een wicked problem, waar veel partijen bij betrokken zijn. De casus is ingebracht door Dave, die al een jaar wacht op een warmtepomp. Hij is zijn huis aan het verduurzamen, omdat hij zich zorgen maakt om het klimaat. Maar door corona, een tekort aan chips en schaarste aan andere materialen en arbeidskrachten, is zijn warmtepomp er nog steeds niet.

Op tafel ligt hoe die partijen zich verhouden tot het probleem en elkaar. Na een lange discussie is het even stil. ‘Moeilijk hè’, zegt iemand. De hersenen kraken, de oplossingen liggen niet voor het oprapen.

‘Als een straat één grote warmtepomp koopt, in plaats van vijf kleine, hebben we ook maar één schaarse chip nodig.’

Ze komen tot de conclusie dat de keten kleiner en dichterbij moet. ‘De installateur wijst naar de producent. Die wijst weer naar de leverancier. Alle partijen moeten juist dichterbij elkaar staan en zich gezamenlijk verantwoordelijk gaan voelen voor de opgave. Hetzelfde geldt voor ons. Toen we net naar onze tafel keken en de vormen zagen liggen, zagen we opeens dat we de overheid alles in de schoenen hadden geschoven. Dat maakte dat we ook beter naar onze eigen verantwoordelijkheid zijn gaan kijken.’

Mooi is hoe ze aan de andere tafel tot de conclusie komen dat schaarste ook gaat over het verminderen van vraag. ‘Als een straat één grote warmtepomp koopt, in plaats van vijf kleine, hebben we ook maar één schaarse chip nodig (in plaats van vijf, red.).’  Een belangrijk deel van het probleem is de illusie dat we het allemaal voor onszelf kunnen regelen. Dat leidt tot ellenbogenwerk en niet tot vooruitgang, is de conclusie.

Ben je benieuwd naar de belangrijkste uitkomsten van de andere ateliers?
Lees dan verder op deze pagina!

Als de ateliers zijn afgerond stroomt de Maassilo weer vol om gezamenlijk te gaan kijken naar het bredere thema: hoe kunnen we groeien met grenzen. Francine Houben trapt af en neemt ons mee langs andere vormen van stads- en gebiedsontwikkeling.

De kracht van kunst en gevoel

Steeds meer mensen, meer gesprekken,
maar minder groen om lucht te halen.

En de mensen moeten slapen,
niet op straat, maar onder daken.
De muren komen op me af,
in elke stad steeds minder buiten.
Want de mensen moeten wonen,
en de mensen maken huizen.

Ik zie door de sleutels de bos niet meer;
Ik zie door de torens de stad niet meer;
Ik zie door de hekken het pad niet meer;
Ik zie door de mensen mezelf niet meer.

Alles wordt groter, dus ik ben klein.
Iedereen heeft iets nodig, dus kies ik voor weinig.

Is dat dan,
Is dat al genoeg?

– Iris Penning

En dan is daar opeens Iris Penning, stadsdichter van Eindhoven. Na een middag vol praten en nadenken luisteren we ademloos naar de welkome woorden en klanken die zij produceert. Ze helpt ons om weer even gevoel te krijgen, bij al die vragen waar we vandaag zo hard over hebben nagedacht.

Innovatie in een conservatieve sector

Omdat minister Hugo de Jonge ondertussen in de file staat, is het eerst tijd voor de uitreiking van de Start-up Award door Hans de Jonge. Bedoeld om te laten zien én aan te moedigen dat de van oudsher ouderwetse bouwsector, nu toch echt gaat vernieuwen. Na drie spetterende pitchfilmpjes, is de keus aan ons, het publiek. VANTOT wint met de Sunseeker, straatverlichting die zichzelf overdag oplaadt, om ’s avonds voor sfeervolle verlichting te zorgen.

De tweede prijs gaat naar Integer Technologies met een integraal warmte- en ventilatiesysteem. Zodat woningcorporaties en huiseigenaren niet met allerlei verschillende partijen zaken hoeven te doen om te verduurzamen. De derde prijs is voor levvr, met een platform die het makkelijker maakt om data-gedreven te werken.

Bij de vraag wat ze met de prijs van €5000,- gaat doen, moet Esther Jongsma (VANTOT) lachen. ‘Ik ben bang dat het iets heel saais als een IK-08-keuring gaat worden.’

Genoeg slaapkamers, maar te weinig voordeuren

De vertraging van Hugo de Jonge geeft iedereen de kans om op te staan als minister. ‘Wat zou jij doen als je morgen minister bent en in die dikke BMW naar Den Haag rijdt’, vraagt dag- en directievoorzitter van Brink, Adriaan Visser.

‘Volgens mij zijn er voldoende slaapkamers, maar te weinig voordeuren’, stelt Maarten Bouwhuis (presentator BNR Nieuwsradio). ‘We moeten bouwen voor doorstroom.’ Er klinkt applaus. Desiree Uitzetter (directeur BPD en voorzitter NEPROM) stelt dat bouwen begint bij plekken waar verschillende opgaven samenkomen. ‘We moet niet meer puur over woningen praten, maar over plekken, waar we al die opgaven tegelijk kunnen aanpakken. Als ik Hugo de Jonge was, zou ik doorkomen met die plekken. Dan gaan wij het wel sjeffen.’

Trappen met tegenwind

Volgens projectontwikkelaar Vincent Taapken kan de file waar Hugo de Jonge in stond worden opgelost door leaseauto’s en parkeerplaatsen af te schaffen. Juist dat soort radicale ideeën zijn nodig, als we echt verandering willen zien. Niet veel later komt de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening breed glimlachend het podium op. Vooraf dacht hij terug aan hoe Nederland eruit zag ten tijde van Brinks oprichting. ‘Toen die oprichters uit het raam keken, zagen ze maagdelijke polders, klaar om bebouwd te worden. Dat is nu wel anders.’

We zijn volgens De Jonge zo hard in groei gaan geloven, dat we uit het oog zijn verloren waar dat van ten koste gaat. De actie die is ondernomen naar aanleiding van het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome is teleurstellend. Tegelijk is in die tijd de bevolking enorm gegroeid en hebben we een groot woningtekort. Daarom wil hij 900.000 woningen bouwen, in samenspraak met de regio’s. Binnen én buiten de stad.

Dat dit niet makkelijk is, is een understatement. De Jonge: ‘We hebben heel veel tegenwind. De stikstofcrisis, inflatie en hogere bouwprijzen. Maar ik ben een fietser. Bij tegenwind kan je afstappen, maar ik denk dat we harder moeten gaan trappen.’

Tussenstop aan het kampvuur

Het is een tegenwind die alle kanten op waait. Want we hebben het tegelijkertijd over grenzen aan groei, maar ook over 900.000 nieuwe woningen. Het zijn verwarrende tijden, en het is aan antropoloog Jitske Kramer om ons daarbij te helpen. Hoe krijgen we de wind weer in de rug?

‘Juist nu er zoveel onduidelijkheid is, is er bewegingsruimte.’

Jitske Kramer zou niet afstappen, maar op z’n minst een tussenstop maken. Niets heeft betekenis van zichzelf. Die betekenis geven wij als mensen zelf. Mensen vormen culturen, culturen vormen mensen. Maar ondertussen verandert de wereld. En als de wereld verandert, kunnen bestaande waarden ook achterhaald raken. Als economische groei onze belangrijke waarde is, en we daarmee tegen alle grenzen aanlopen, is het misschien tijd voor andere waarden.

Wat ooit was, dat is niet meer. Maar wat gaat zijn, is onbekend. Wat is, is de chaos. Dat is waar we nu zitten, de liminale ruimte. En zo beginnen én eindigen we de dag met de wicked problems waar we voor staan.

Kramer moedigt de zaal aan om te leren met die onzekerheid om te gaan. Hoe korter de transitietijd, hoe kleiner de verandering. Juist nu er zoveel onduidelijkheid is, is er bewegingsruimte. En in die bewegingsruimte kunnen we zorgen voor transformatie, voor wezenlijke verandering.

Het vraagt dingen die we niet gewend zijn. Ja, dagdagelijks moeten de dingen doorlopen, en daarvoor moeten we conflicten oplossen, vergaderen en structureren. Maar daarnaast moeten we ook zorgen voor het niet weten. Leiderschap voor een onzeker proces. We hebben mensen nodig die de huidige narratieven ter discussie stellen. Dat moeten we niet de kop indrukken, maar juist aanmoedigen.

Liever komen we de pijnlijke waarheid niet onder ogen. Want we willen orde. We willen zekerheid, we willen ons slim voelen. En zo proberen we zo hard mogelijk alle problemen op te lossen. Maar willen we dat voor elkaar krijgen, dan hebben we ook kampvuurgesprekken nodig. Gesprekken waar we afstand nemen, waar we ons hart en hoofd openen. Zoals je aan het kampvuur – al starend in het vuur – met een wildvreemde je diepste gevoelens kan delen. Willen we nu echt iets doen met de rapporten die al 50 jaar bekend zijn, dan moeten we in dat soort gesprekken de huidige situatie doorvoelen en nieuwe waarden centraal durven stellen.

Geïnspireerd naar een onbekende toekomst

Geïnspireerd door Kramer is iedereen tijdens de borrel weer vol met energie. De startups praten nog wat na met Hans de Jonge. En na een lange dag geniet iedereen extra van de friet, saté en mini poke bowls.

Om 19:30u zou de dag afgelopen zijn, maar een uur later staat de zaal nog minstens halfvol. Ondertussen worden de banners voorzichtig opgeruimd. De oplossingen uit de ateliers gaan mee in de tas. Bij Brink willen ze dolgraag verder met de uitkomsten. Mede-organisator Finn Vossen: ‘Wat gaat zijn is onbekend. We weten niet wat er allemaal nog op ons af gaat komen, maar wel dat we nu iets moeten gaan doen. Samen. Daarom willen we aankomend jaar verder bouwen aan de ideeën die vandaag zijn ontstaan. We hopen dat iedereen die er vandaag was daaraan mee wil doen.’

Sfeerimpressie

Bekijk de video voor een impressie van de dag en een aantal inzichten van deelnemers uit de ateliers.

Deze reportage werd gemaakt door Tim de Jong.
Voor de invulling van de ateliers werkte Brink samen met Neuf en Jonge Honden.
Fotografie door Bram Saeys.