Verbind jij jouw expertise graag aan unieke uitdagingen in de bouw, infra en vastgoed?

*Over het Nieuwe Normaal: de nieuwe standaard voor circulair bouwen

Op initiatief van twaalf grote opdrachtgevers en opdrachtnemers, ondersteund vanuit Cirkelstad en het Ministerie van BZK, is in 2019 het leerprogramma ‘Samen Versnellen’ gestart. Het doel is het creëren van een uniforme taal voor circulair bouwen. Het initiatief heeft geleid tot de ontwikkeling van Het Nieuwe Normaal, dat definities en prestatieniveaus met betrekking tot circulair bouwen bevat. Het doel van Het Nieuwe Normaal (HNN) is het vestigen van een breed gedragen standaard met haalbare, maar ambitieuze circulaire prestatieniveaus.

Rutger, jij werkt aan het verduurzamen en circulair maken van de bouwsector via ‘Het Nieuwe Normaal’. Wat is dat precies?

Rutger: ‘Het Nieuwe Normaal is een programma om met opdrachtgevers en opdrachtnemers te komen tot een uniforme taal over circulair bouwen. Voor mij klonk dat eerst enorm vaag. Maar eigenlijk is het vergelijkbaar met de standaardisering van bijvoorbeeld stopcontacten; daardoor kan je overal in Nederland jouw telefoon of laptop opladen met dezelfde stekker. Voor circulair bouwen hebben we ook zo’n uniforme taal nodig, want dan wordt het praktisch.’

‘Als steeds meer collega’s in de sector deze taal gaan gebruiken, versnel je de transitie naar toekomstbestendig bouwen’

De gedragenheid van die taal is heel belangrijk om elkaar te begrijpen, legt hij uit. ‘Zo ga je niet lukraak nieuwe toepassingen verzinnen die misschien niet aansluiten op elkaar, maar kijk je eerst naar de dingen die al gebruikt worden. Om hier inzicht in te krijgen, onderzoeken we welke circulaire toepassingen uitvoerders nu al gebruiken. We kunnen daar nog zo veel van leren. En hoe meer we die taal eigen maken en gebruiken in projecten…’

Denise: ‘… hoe sneller de transitie op gang komt binnen de sector. Dus ook bij Brink. Als steeds meer collega’s in de sector deze taal gaan gebruiken, maken we pas de versnelling naar écht toekomstbestendig bouwen.’

Brink heeft meegeschreven aan de handreiking Aanbesteden met Het Nieuwe Normaal. Wat is de gedachte achter deze handreiking?

Rutger: ‘We bouwen nu veelal lineair. Het Nieuwe Normaal gaat daarop verder, om ervoor te zorgen dat de materialen in de kringloop blijven. We hebben negen indicatoren opgesteld, die de kern vormen van circulair bouwen, zoals de “losmaakbaarheid” van een gebouw. De Lego-steentjes moeten van de ene plek naar de ander verplaatst kunnen worden. Als iedereen het daarover eens is, dan is de volgende vraag: wanneer is iets écht losmaakbaar? Als ik een sloopkogel door een gebouw gooi, is het ook los. Maar is dat wat we bedoelen?’

Een voorbeeld van ‘losmaakbaar’ bouwen is om lassen te vermijden, en in plaats daarvan schroef- en boutverbindingen te gebruiken. Zo zijn ze in de toekomst goed demonteerbaar. De handreiking Aanbesteden met Het Nieuwe Normaal gebruikt dit soort voorbeelden en biedt praktische handvatten voor het integreren van de gemeenschappelijke taal in aanbestedingen. ‘De handreiking is een heel praktisch en bruikbaar document’, aldus Rutger. ‘Wil je bijvoorbeeld een BAM meekrijgen in deze transitie, dan moet dat ook. Zij gaan echt alleen maar lopen als het helemaal uitgekauwd is.’

‘Om meer kennis te verzamelen, moeten we ook echt gaan opschalen. Het toffe aan de mensen met wie ik samenwerk bij Brink, is dat zij dat ook inzien. Zij denken niet louter vanuit concurrentie en houden niet alle kennis voor zichzelf.’

Is het voor Brink spannend om die kennis ‘op straat te gooien’?

Denise: ‘Kennisdeling is de basis van ons werk bij Brink. En dat is ook nodig, want er zijn veel projecten waarin nog niet circulair wordt gebouwd. Door onze lessen te delen, kunnen we samen impact maken. Dat is waar je het uiteindelijk met elkaar voor doet. Ik merk dat we heel open informatie uitwisselen met partijen die bij Het Nieuwe Normaal zijn aangesloten. Dat is wat ik zoek.’

In hoeveel projecten werkt Brink nu volgens Het Nieuwe Normaal?

Denise: ‘Dat is moeilijk kwantitatief te onderbouwen. Ik werk veel project-overstijgend, zoals met de TU Delft en partners. Daarin ben ik vooral bezig het proces rondom circulair bouwen goed in te richten, zodat het ook echt plaatsvindt in de projecten.’

Rutger: ‘Een goed voorbeeld zijn de Bouwstroom Oost en Bouwstroom Limburg. Dat is een samenwerking van woningbouwcorporaties en gemeenten, die hun woningbouw-uitvraag naar de markt gebundeld hebben. Brink heeft dit proces begeleid en hierin Het Nieuwe Normaal gebruikt. Daar zijn natuurlijk lessen uit te leren, die we weer kunnen delen met Nederland.’

Denise: ‘Zoals dat het voldoen aan de vier standaard Nieuwe Normaal-indicatoren haalbaar én betaalbaar is. Daar twijfelden sommige bedrijven van tevoren aan, maar uiteindelijk is de standaard door iedereen gehaald. En het heeft maar enkele procenten meer gekost.’

‘Dit soort samenwerkingsprojecten zien we steeds vaker, dus dat is mooi. Omdat de handreiking zo praktisch is, weten we het vaak ook niet wanneer iemand Het Nieuwe Normaal toepast. Zo gaat het steeds meer leven, ook zonder dat wij het doorhebben. Dat willen we uiteindelijk.’

Circulair bouwen is gewoon noodzakelijk

Uiteindelijk is het doel om Het Nieuwe Normaal als normenkader en werkwijze vast te leggen in het geheel aan afspraken in Nederland. Daar heeft het Rijk een belangrijke rol in, maar zeker ook de brancheverenigingen. Rutger schat de kans klein dat er de komende jaren echt harde criteria gaan komen voor circulair bouwen. Maar als opdrachtgevers met opdrachtnemers er samen uit komen, lijkt deze liberale aanpak goed te passen bij de huidige regering.

Het is nationaal beleid dat per 2030 het gebruik van primaire abiotische grondstoffen (mineralen, metalen en fossiele grondstoffen) met 50 procent moet zijn teruggedrongen. Daar zit spanning op, want waar komen de materialen dan vandaan voor die 100.000 woningen per jaar? Naast het normenkader denken Rutger en Denise aan nog een andere route: lokaal, via gemeenten Het Nieuwe Normaal steeds meer introduceren. Wethouders ervan doordringen dat bouwen ook op een andere manier kan. Een die wél goed is voor de natuur en dus toekomstbestendig is.

‘Natuurinclusief bouwen is helemaal niet moeilijk, als een bouwer van tevoren weet wat er moet gebeuren’

Rutger: ‘Er kan al heel veel. Natuurinclusief bouwen is helemaal niet moeilijk, als een bouwer van tevoren weet wat er moet gebeuren. Het boek ‘Bouwen voor de Toekomst’ leidt je langs twintig toekomstbestendige gebiedsontwikkelingen door het hele land. Langs gebieden met veertig tot 6.500 nieuwe woningen, die maatregelen hebben getroffen voor biodiversiteit, klimaatadaptatie, mobiliteit, energie, circulariteit en gezondheid. Ook hebben ze allemaal een groot percentage sociale huurwoningen.’

Toekomstbestendig bouwen is dus breder dan circulariteit?

Denise: ‘Ja. Je hebt ook nog uitdagingen op energie en mobiliteit. Op alle thema’s zijn veel ontwikkelingen, waar circulariteit (Het Nieuwe Normaal) er maar één van is. Het combineren van al deze thema’s is waar veel partijen mee stoeien. Dat vind ik zelf ook wel echt een uitdaging, in mijn projecten.’

‘Hoe combineer je circulair bouwen in de praktijk met alle andere dingen die lopen? Gister gaf ik een workshop aan een kleine gemeente, waarin de groennorm ter sprake kwam. Vervolgens de mobiliteitsnorm. Circulair bouwen hadden ze daarom maar wat naar de achtergrond geschoven, want dat konden ze er niet ook nog eens bij hebben. Daarnaast kenden alle beleidsmakers op de diverse duurzaamheidsthema’s elkaar niet eens!’

Kennis is er bij gemeenten vaak te weinig of is vrij versnipperd, geven Rutger en Denise aan. Het zou helpen als daar van hogerhand meer op gestuurd zou worden. Pas zodra dit gebeurt, gaat het doorsijpelen in een organisatie en krijgt het een plek in projecten. Gemeenten als Eindhoven en Breda zijn voorbeelden waar al wel enorme stappen zijn gezet.

‘Circulair bouwen is noodzaak. En dat is nog bij veel te weinig mensen doorgedrongen’

Rutger: ‘Het is dus best een opgave om de kleinere gemeenten met minder kennis en capaciteit te ondersteunen bij hun wens om snel te bouwen. Én dat toekomstbestendig te laten zijn. Maar als je alles netjes vol stenen legt en het regent pijpenstelen, dan krijg je ook hier overstromingen. Denk aan de overstroming in Valkenburg in 2021. Hoe kan je dan alsnog niet thema’s als duurzaamheid en bouwen aan elkaar koppelen?’

‘De gemeenten die dit wel doorhebben, en integraal en toekomstbestendig naar de “bouwen, bouwen, bouwen-opgave” willen kijken, zouden meer steun vanuit het Rijk verdienen. Hun ervaring is goud waard om deze aanpak steeds effectiever en efficiënter te maken.’

Waarom is snel bouwen zo’n probleem?

Denise: ‘Omdat snel op een traditionele manier bouwen vaak betekent dat er geen tijd is om te kijken naar de gevolgen ervan. Als je nu niet inzet op klimaatadaptatie, dan ondervind je daar binnen een aantal jaren waarschijnlijk al de consequenties van. De rekening komt dus later. Daarom kan je beter er aan de voorkant al goed over nadenken.’

Wat zijn oplossingen hiervoor, die de toekomst toch wat rooskleuriger kunnen maken?

Rutger: ‘We moeten de kennis ophalen en delen. Hoe langer je hiermee wacht, hoe langer het duurt om op grote schaal projecten circulair te maken.’

Denise: ‘Meer projecten kunnen zich aanmelden voor projectevaluaties, om Het Nieuwe Normaal weer verder uit te breiden. En zo de standaard te stellen én verhogen voor die negen circulariteitsindicatoren.’