De woningbouwproductie staat gelukkig inmiddels weer als uiterst urgent benoemd in de verkiezingsprogramma’s van vrijwel alle politieke partijen. Het woningtekort neemt immers nog steeds fors toe. De gewenste differentiatie van woningen maakt het noodzakelijk niet alleen naar de 150.000 sociale huurwoningen te kijken uit het akkoord van VNG en Aedes met het Rijk, maar gelijk de mouwen op te stropen voor die ‘mix’; die 150.000 maken immers ongeveer 1/3 uit van de beoogde productie voor een gedifferentieerd woningaanbod.
Wat er waar gebouwd moet en kan worden, en hoe we komen tot een realistische en gezonde mix van functies binnen en buiten stedelijk gebied is daarmee een zeer actueel maatschappelijk vraagstuk. Zo was er vorige week een hoorzitting in de Tweede Kamer (BZK) over binnen- en buitenstedelijk bouwen. Diverse partijen hebben daar hun inzichten en standpunten ingebracht.
De discussie sloot goed aan op een onderzoek dat Brink een aantal jaar geleden al uitvoerde over de haalbaarheid van de woningproductie. Alhoewel in de hoorzitting de noodzaak van goede informatievoorziening wel speelde, kwam ons onderzoek van toen niet aan de orde. Daarom breng ik het, als voeding voor het debat in de Kamer maar ook daar buiten, nogmaals onder de aandacht. Het biedt mijns inziens relevante input en vormt een degelijke basis voor vervolgonderzoek. Actuele data zijn immers dé onderlegger voor adequate beleids- en besluitvorming.